Autism Anglia: Doucecroft school
Je moet mensen gelijkwaardig behandelen, dat is de kern.
Ruimte. Het is het meest essentiële begrip voor kinderen om op te kunnen groeien en zich in vrijheid te kunnen ontwikkelen. Wat is ruimte eigenlijk? Ik denk en geloof dat het vooral een gevoel is, een sensatie. Mijn vier kinderen groeiden op in de roef van een zeilschip, op twaalf vierkante meter. Ze waren altijd aan het spelen en hadden zelden ruzie.
Dit schip was ons thuis en ons inkomen. Van april tot oktober zeilden we met passagiers op de Oostzee. We woonden aan boord dus de kinderen gingen gedurende die maanden niet naar school. Ze kregen aan boord les, met toestemming van de leerplichtambtenaar, omdat het schippersinternaat voor ons geen optie was.
Ik weet nog dat er een dispuut was met het medisch kinderdagverblijf waar Catootje op een goed moment naar toe ging toen ze 4 geworden was. Ze waren bang dat ‘de behandeling’ te lang onderbroken zou worden als ik haar zo lang meenam naar zee. Ik wist een ding zeker, het leven aan boord was niet schadelijk voor de kinderen. Het waren lieve meiden die daar werkten en ze gaven volmondig toe dat Cato enorm gegroeid was na haar zeereis en op het medisch kinderdagverblijf de maanden die erop volgden juist achteruitging.
Ik heb nog een herinnering. Er was een passagier die jaarlijks met ons meeging en die bij ons door de kleine raampjes naar binnen pleegde te kijken. Hij zei eens tegen me: ‘Het is ongelooflijk, jouw kinderen zijn altijd aan het spelen. Ik woon in een groot huis en mijn kinderen maken altijd ruzie.’
Ruimte is vrijheid en vrijheid is ruimte. Ruimte is niet per se een groot leeg oppervlak, vrijheid is niet per se een paar uur geen opdrachten. De begrippen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vrijheid voel je in je hoofd omdat je de ruimte voelt om je vrij te voelen.
Kinderen met autisme krijgen in Nederland op scholen geen ruimte om zich vrij te voelen.
Ze moeten naar school, ze moeten zich gedragen zoals andere kinderen, ze moeten stilzitten terwijl ze dat niet kunnen, ze moeten leren terwijl ze overprikkeld zijn, ze moeten spelen op het plein terwijl ze bang zijn voor de drukte. Ze moeten. Als ze niet meer kunnen, moeten ze in behandeling om te leren hoe ze dat moeten, moeten kunnen volhouden. En daarna moeten ze terug naar school. Tot ze echt niet meer kunnen. En dan mogen ze thuisblijven en mogen ze er niet mee bij horen. En mogen ze voelen dat ze gefaald hebben. En dan zijn ze vaak pas veertien jaar.
Het hele proces van opgroeien, de meest ontvankelijke tijd van iemands leven, was voor deze kinderen in gevangenschap. De kooi was hun hoofd. De cipier het systeem, de overheid, de leerplichtambtenaar, veilig thuis, de rechter. Ik laat het aan specialisten over om eerlijk en duidelijk uit te leggen op welke wijze een dergelijk jeugd van invloed is op het verdere leven.
In Colchester, Essex staat een school voor kinderen met autisme. Het is geen inclusieve school. Het is een veilig eiland. Kinderen die hiernaar toe gaan krijgen de ruimte om zich veilig te voelen, maar ook in Engeland is het niet vanzelfsprekend dat een kind met autisme deze mogelijkheid krijgt. ‘Sommige kinderen hebben heel veel scholen gezien voordat ze hier komen en dan zijn ze soms pas zeven jaar!’ vertelt de directrice Louise Parkinson. Ouders moeten ook hier vechten voor een veilige plek.
Waarom gaat dit zo? Omdat er ook in het VK, net als in Nederland, getekend is voor inclusie. Iedereen moet erbij horen.
Scholen zijn juist vanwege de wettelijke kaders en de wijze van werken per definitie niet geschikt voor kinderen met autisme, ook scholen voor speciaal onderwijs niet.
Er gaat echter veel geld naar scholen om die inclusie binnen de kaders van de wet te bewerkstelligen en dus moeten kinderen met autisme er gebruik van maken anders is de investering voor niets. Daarom worden kinderen teruggeduwd in scholen tot ze erbij neervallen.
In Nederland komen ze daarna thuis op de bank, gamend op de slaapkamer of suïcidaal in een inrichting terecht. En dan uiteindelijk ook op straat hoererend voor onderdak of als ‘de verwarde persoon’ uit het nos-journaal of in de criminaliteit als drugsrunner of erger.
In Engeland zijn er scholen die een verschil kunnen maken.
Op de Doucecroft school van Autism Anglia (https://www.autism-anglia.org.uk/) in Colchester krijgen kinderen onderwijs en zorg. Dat is een constructie die in Nederland verboden is vanwege een idiote wet die bepaalt dat het schoolgeld wat voor ieder kind beschikbaar is, alleen naar een school mag. Het gebouw moet dan ook nog eens gekenmerkt zijn als schoolgebouw*.
Hier in Engeland kan het dus wel, zorg en onderwijs onder één dak. En wat voor dak!
De Doucecroftschool is niet één gebouw. Het ziet eruit als een soort minidorpje. Er is plek voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 19 jaar. (Officieel vanaf 3 jaar, maar deze leeftijd zit er nu niet)
In Engeland worden schoolkinderen opgedeeld in ‘Key-Stages’ (KS). KS1 is van 6 tot 8 jaar, KS2 van 8 tot 11 jaar, KS3 is van 11 tot 14 jaar en KS4 van 14 tot 16 jaar. Net als in Spanje doen alle kinderen in het VK met 16 jaar een afsluiting. Het General Certificate of Secondary Education (GCSE). Daarna volgt twee jaar College ter voorbereiding van de universiteit.
Die Key Stages zijn op gewone scholen dan weer in leerjaren verdeeld maar op de Doucecroft school zijn de Keystages verdeeld in groepen kinderen die bij elkaar passen. Keystage 4 heet hier Transition. Het leidt niet per se tot een diploma maar er wordt dan gewerkt naar een afsluiting. Dat kan een examen zijn of beschut werk, een stageplek of een vervolgopleiding doormiddel van een voorbereidend jaar en soms ook College.
Ik krijg een rondleiding van Sam Lawrence (assistent headteacher). Ze leidt me over het terrein en het valt me op dat ze keurig de zebra’s volgt die er zijn aangebracht tussen de gebouwen. Het goede voorbeeld geven, dat geldt voor iedere opvoeder. We komen twee kinderen tegen die op weg zijn naar de tuin voor een opdracht. Gewone kinderen. Ze leiden aan autisme anders zitten ze hier niet, maar het zijn gewone kinderen. En op dit kleine moment komt dat besef even heel sterk bij me binnen. Ze ogen zo blij en opgewonden. Sam groet ze. ‘What are you two up to?’ vraagt ze vrolijk. Ik versta het antwoord niet maar Sam zwaait ze na en wenst ze succes. ‘Nee’, antwoordt ze op mijn vraag, ‘de deuren zijn hier niet dicht. Kinderen mogen vrij rondlopen. Als we het niet helemaal vertrouwen, bij de kleintjes bijvoorbeeld, loopt een assistent achter ze aan maar ze zijn gewoon vrij om naar buiten te gaan.’
De verschillende Keystages hebben hun eigen gebouw. Elke Keystage heeft meerdere groepen van maximaal vier leerlingen en in de klassen zag ik drie begeleiders. Een docent, een assistent en een leer-ondersteuning-assistent, legt Sam mij uit. De assistent is de officiële vervanging als de docent er niet is. Er is dus veel individuele aandacht voor ieder kind.
De Transition groepen zijn groter en kunnen toe met een of twee docenten. Die leerlingen hebben al enige jaren geleerd tenslotte.
In elk gebouw is een stilteruimte. Sommige klassen hebben hun eigen stilteruimte en soms delen twee klassen er een. Want in de ene klas zitten kinderen die heel gevoelig zijn en in andere klassen kunnen ze iets meer hebben. Klassen zien er ook allemaal anders uit. Sommige kinderen kunnen goed leren en zij delen een lokaal waar het ingericht is op studie. Terwijl in een andere groep er meer wordt ingezet op met de handen ontdekken en dat is te zien aan het materiaal en de inrichting.
Sam laat me ook het gebouw zien waar de therapeutische afdeling is gevestigd. Er zijn allerlei therapieën zoals muziektherapie en ‘animaltherapy’. Er is een therapeutische/ sensorische gymzaal, er zijn spreekkamers. Ik ontmoet er de sportleraren. ‘Zij blinken uit in het verzinnen van allerhande activiteiten en spelletjes die zijdelings of direct met bewegen te maken hebben’, vertelt Sam.
Een van de wekelijkse sportactiviteiten is de mile rond de school. Gewoon een wandeling of rennen, mag ook, rond de gebouwen. Elke dag of elke vrijdag. Dan loopt iedereen. Beweging wordt flink gemotiveerd.
Er is een officer for well being en er is dus een animal therapist. ‘Ja we hebben dieren. We lopen er zo even heen. Wil je de Forestschool ook zien?’ Ja ik wil het allemaal zien. Kippen en konijnen lopen in een ren rond. De kinderen zorgen voor de beesten en maken ook de hokken schoon. De eieren zijn voor de keuken. Daar brengen we ook een bezoekje. Er zijn net een stel leerlingen aan het koken met een begeleider. Het ziet er ontspannen en gezellig uit. Ik moet gelijk aan de kooklessen op Acato denken. Sommige leerlingen koken nu geheel zelfstandig. Het is altijd gezellig.
Achter de gebouwen bevindt zich een groot grasland. Daarop is een stuk omheind. De Forestschool. Hier zwaait Trevor Wright de scepter. Hij vertelt over zijn werk. Er wordt met hout gewerkt, er is een werkplaats met gereedschap. Buiten is er een kruidentuin. Een grote open plek is ingericht om een kampvuur te maken. Er zijn hangmatten, er is een vijver. Ik begin over de hangmatten. In de klaslokalen had ik al zitzakken gezien. Voor trouwe lezers mag mijn traumaatje bekend zijn. De kritiek die ik kreeg op mijn schooltje voor thuiszitters: ‘Daar mag alles. Zo kan ik het ook! Haha, zitzakken!’ … De onbenullen!
Trevor reageert met passie. Ik weet zijn exacte en warme woorden niet meer precies maar het was ongeveer dit: ‘Nee, deze kinderen zijn niet lui als ze in de hangmat willen liggen. Ze zijn soms doodmoe van alles en hebben even die veilige cocon nodig.’ Mijn idee! Hij vertelt over hun bezigheden in de tuin. In de zomer zullen de hokken van de dieren naast zijn tuin komen. En dan is al het buitengebeuren mooi bij elkaar.
Ook dit is een school om voor te verhuizen.
Als we klaar zijn met de rondleiding brengt Sam me naar Louise Parkinson, de headteacher. Ik wil het niet vertalen. Hoofdonderwijzers kennen we niet meer in Nederland. Iedereen is tegenwoordig directeur. Zelfs ik! En dat is helemaal belachelijk.
Louise is een warme enthousiaste vrouw met haar roots in het theater. Haar dochter is ook autistisch vertelt ze me ergens in het gesprek. Ze redt het net wel op school, ‘al heeft ze ook issues.’
De Doucecroftschool is opgericht in 1977 door een ouderorganisatie die later Autism Anglia zou gaan heten. Deze ouderorganisatie werd opgericht in 1970. De Doucecroft school wordt geheel bekostigd door de Regionale overheid. Gemiddeld ontvangt de school ongeveer 70 duizend euro per jaar per kind. (Ter vergelijking: Het speciaal onderwijs in Nederland krijgt maximaal € 17.000 per jaar per kind. Daarnaast wordt in Nederland veel geld uitgegeven, aan behandelingen die losstaan van de scholen en ervoor moeten zorgen dat kinderen niet uitvallen).
De overheid betaalt Autism Anglia die ook de eigenaar van de gebouwen is, voor de verschillende diensten. Onderwijs is er een van. De schoolt huurt de gebouwen van Autism Anglia. Autism Anglia betaalt de school voor het onderwijs aan de kinderen. In de boeken heet dat charity kosten.
Ik begin over de ‘open deuren’ waar Sam mij al over vertelde. Louise reageert gepassioneerd. Ze heeft op meerdere plekken gewerkt, vertelt ze, waar mensen waren opgenomen met afwijkend gedrag. Het viel haar dan op dat op die plekken ergens in het verleden angst was ontstaan voor het afwijkende gedrag. ‘Verstop alle messen! Straks verwond iemand zichzelf of een ander!’ De reactie is dan dat het gedrag alleen maar erger wordt. En dat veroorzaakt dan weer strengere maatregelen. Louise gooide alle maatregelen overboord. Ze werkte eens ergens waar ze midden op het plein een soort dicht hok hadden als isoleercel. Om mensen te laten afkoelen. Ze heeft dat hok op slot gedraaid en de sleutel weggegooid. ‘Zolang ik hier werk word dat hok niet gebruikt’, had ze gezegd. Door alle maatregelen eraf te halen gingen de bewoners van die instelling zich weer normaler gedragen. ‘Je moet mensen gelijkwaardig behandelen.’
‘Deuren horen niet dicht. Dat is onnatuurlijk.’
Kinderen die eenmaal op de Doucecroftschool zitten blijven daar tot hun 19e jaar. Als een kind er jong begint heeft het alle kans zich (ononderbroken) te ontwikkelen op een manier die bij hem past. In Nederland zou dit niet kunnen. In Nederland is de dwang en drang volkomen doorgeschoten. Stel dat er in Nederland zoiets zou zijn als de Doucecroft school dan zal een kind direct teruggestuurd worden naar het reguliere (speciaal) onderwijs zodra het goed met hem gaat. In Nederland gaat men er namelijk vanuit dat een kind dan is gerepareerd. Maar een kind gaat zich goed voelen omdat hij op de juiste plek zit. Als je hem dat weer afneemt zal het weer mis gaan.
Nee de Doucecroftschool is geen inclusief onderwijs, geeft Louise toe, maar ze doen er wel alles aan om kinderen in de samenleving te brengen. Er zijn veel activiteiten buiten de deur. De week ervoor waren ze bijvoorbeeld met de hele school naar het theater in Londen.
Ze vertelt ook dat ze niet alle kinderen kunnen helpen. Sommige kinderen kunnen juist niet tegen de ruimte die ze wordt geboden. Die hebben een ander soort setting nodig, legt ze me uit.
Er is nog een kleine kanttekening. Jaarlijks kan de school maar een paar nieuwe leerlingen opnemen, terwijl de vraag groot is. De school is de enige van zijn soort in de regio. Louise is daar wat gefrustreerd over. Er is reden om uit te breiden, zegt ze en financieel zou het ook moeten kunnen. Maar daar loopt ze tegen muren op.
Er is nog veel meer te vertellen over de Doucecroftschool maar daarvoor verwijs ik graag naar de website.
Wat neem ik mee van dit leuke bezoek:
· Zorg en onderwijs onder één dak.
· Klassen met een extra stilteruimte.
· Hangmatten en zitzakken: een uitstekend idee!
· Ik zou willen weten hoe de financieringsvorm precies zit, wettelijk. Dat ga ik proberen uit te zoeken.
· Er zijn specifieke methoden in de klas: Misschien dat leraren van Acato eens een paar dagen daar mogen meekijken
Reacties
Een reactie posten